Beleggers die de blik noordwaarts richten, ontdekken een regio die in stilte al decennia kampioenen oplevert. Brede participatie zorgt voor levendige beurzen. Die sterke beleggingscultuur vormt ook de basis onder de MSCI Nordic Countries Index, waarin tachtig ondernemingen uit Zweden, Denemarken, Finland en Noorwegen zijn samengebracht.
De invloed van de technologiesector laat veel portefeuilles overhellen. Met de bedrijven uit de MSCI Nordic Countries Index (MSCI Nordic) kiest de belegger een hele andere focus. In dit artikel bekijken we de beleggingsculturen in de Nordics, de beursgenoteerde bedrijven uit deze landen en de beschikbare trackers.
1. Beleggingscultuur
De Scandinavische beurzen zijn opvallend dynamisch. Op de Nasdaq Stockholm zijn 774 bedrijven genoteerd en op de Oslo Børs 301, tegenover 129 op Euronext Amsterdam. Ook de beurzen van Helsinki en Kopenhagen huisvesten relatief veel ondernemingen.
Een andere maatstaf voor beleggingscultuur is hoe actief huishoudens zelf op de beurs zijn. De Financial Times bracht onlangs in kaart hoe het financiële vermogen van huishoudens in EU-landen is verdeeld. In landen waar een groter deel direct in aandelen of beleggingsfondsen zit, is sprake van een sterkere participatie van particulieren.
Nederland heeft daarbij een bijzonder systeem: via de grote pensioenfondsen beleggen huishoudens indirect al veel, belastingvrij en op lange termijn. Dat verklaart deels het lage percentage dat zij zelf in aandelen en fondsen steken. Toch kan een hoge directe participatie een beurs aantrekkelijker maken voor bedrijven die overwegen naar de markt te gaan.
Actief stimuleren
Zweden stimuleert dat actief. Sinds 2012 kunnen inwoners beleggen via de Investerings-sparkonto (ISK), waarop vanaf volgend jaar 300.000 kroon – circa 27.000 euro – belastingvrij kan worden belegd. Over hogere bedragen geldt een laag tarief dat is gekoppeld aan de rente. Denemarken kent een vergelijkbare regeling: de aktiesparekonto, met een vast laag belastingtarief over het rendement.
Volgens de Zweedse fondsbeheerdersvereniging Fondbolagens förening hebben Zweedse huishoudens het laagste aandeel spaargeld van de EU (19 procent), gevolgd door Denemarken (20 procent) en Nederland (24 procent). Het zijn bovendien de drie landen met de hoogste financiële bezittingen ten opzichte van het bbp: beleggen loont.
Nederland doet het dus niet slecht, maar directe deelname op de beurs blijft achter: ongeveer een vijfde van de Nederlanders bezit een beleggingsproduct, tegenover bijna de helft van de Zweden. De bekende home bias speelt mee: beleggers kiezen vaak voor bedrijven die ze kennen, en dat zijn meestal nationale ondernemingen.
2. De bedrijven
In de MSCI Nordic zitten tachtig bedrijven. Bij elkaar vertegenwoordigen deze circa 85 procent van de vrij verhandelbare marktkapitalisatie op de vier Scandinavische markten.
In een beleggingsportefeuille spelen de Nordics een rol als aanvullende bouwsteen naast bredere Europese of wereldwijde indices. Een andere Europese graadmeter die als tegenhanger kan dienen, is de EURO STOXX 50 met de vijftig waardevolste beursgenoteerde bedrijven in de eurozone. De enige overlap tussen deze twee indices kan bestaan uit Finse bedrijven die in allebei vertegenwoordigd zijn. In de praktijk beperkt zich dit tot Nordea Bank, de grootste bank van Scandinavië.
Wat betreft valuta krijgt een belegger met name blootstelling aan de Zweedse kroon: 50 procent van de index bestaat uit bedrijven uit Zweden. Er zit ook een aanzienlijk deel in effecten die in Deense kroon noteren (27 procent), maar die munt is strak gekoppeld aan de euro.
Overwicht
In de MSCI Nordic steekt één naam erbovenuit: Novo Nordisk. En dat is ondanks de harde koersval vanaf medio 2024. Momenteel heeft de farmaceut een weging van 13 procent, maar ruim een jaar geleden lag dat boven de 30 procent.
De duikvlucht is spectaculair: sinds juni vorig jaar is het Deense bedrijf twee derde van zijn waarde verloren. Dit heeft de MSCI Nordic hard geraakt. Tussen juni 2009 en juni 2024 was het rendement van de Scandinavische index twee keer zo hoog als dat van de EURO STOXX 50. Sindsdien verloor de MSCI Nordic 13 procent, terwijl de EURO STOXX 50 juist 18 procent won.
Alternatieve technologie
Andere beeldbepalers in de MSCI Nordic zijn Spotify (7,4 procent), Atlas Copco (5,0 procent), Investor (4,0 procent) en Nordea (3,7 procent).
Informatietechnologie is ondervertegenwoordigd, zeker vergeleken met de MSCI World, maar ook bij de EURO STOXX 50. De IT-sector vormt slechts 5 procent, grotendeels gevormd door spelers in de telecominfrastructuur Nokia en Ericsson. Daarnaast heeft de Scandinavische markt nauwelijks bedrijven die actief zijn in luxe consumentengoederen. Communicatie, een sector waar bijvoorbeeld ook Meta en Alphabet in de VS onder vallen, is wel relatief groot. Dat komt door Spotify. De Zweedse muziekstreamingdienst is wereldwijd marktleider met 276 miljoen betalende abonnees.
Het zwaartepunt van de MSCI Nordic ligt in hoogwaardige industrie (zie kader). In de gezondheidssector ligt de focus ook op innovatie en technologie. Naast de maker van diabetes-medicatie Novo Nordisk, gaat het bijvoorbeeld om het eveneens Deense Genmab: een biotech-specialist in antilichaamtherapieën, gericht op onderzoek en de vroege ontwikkelingsfase. Onlangs deed het een bod van 6,8 miljard euro op Merus, een Utrechts bedrijf dat kankermedicijnen ontwikkelt. Genmab werkt samen met grote spelers als Johnson & Johnson voor de commerciële uitrol.
3. De etf’s
Met zijn afwijkende focus kan een tracker op de MSCI Nordic een goede aanvulling zijn in een portefeuille, zeker nu de toon niet meer volledig wordt gezet door Novo Nordisk. Het aanbod is overzichtelijk. Xtrackers heeft een uitkerende etf en Amundi een herbeleggende. Wie zwaar in technologie of luxebedrijven zit, kan met deze twee etf’s de portefeuille anders kleuren.
De etf’s volgen de nettorendementsindex in euro’s, waarin uitgekeerde dividenden na aftrek van belasting zijn opgenomen in het rendement. Ze doen beide aan volledige fysieke replicatie. Xtrackers kan de effecten in de portefeuille uitlenen, Amundi doet dat niet.
Dividenduitkering of niet
Welke etf weet de index het beste te volgen, of zelfs te verslaan? Hiervoor kijken we naar de resultaten over de afgelopen tien jaar.
De Xtrackers-etf presteert het sterkst. Een aandachtspunt is dat voor deze tracker in de rendementsberekening een herbelegging van door de etf uitgekeerd dividend is meegenomen. Xtrackers zet het netto ontvangen dividend door naar de thuisbelegger. Die moet deze uitkeringen zelf herbeleggen. Door transactiekosten en verschillen in timing kan het resultaat (flink) anders zijn dan het rendement in de grafiek.
Benchmark verslaan
Bij de Amundi-etf worden ontvangen dividenden automatisch binnen het fonds herbelegd, dus de koersontwikkeling is automatisch ook het rendement voor de belegger.
De twee etf’s presteren iets beter dan de benchmark. Dit kan komen door de inkomsten uit het uitlenen van aandelen. Een andere verklaring is dat fondsbeheerders dividendbelasting (deels) kunnen terugvorderen, of de inhouding kunnen verlagen.
De kosten en karakteristieken van de etf’s verschillen nauwelijks. Voor beleggers gaat het vooral om de keuze tussen dividend ontvangen of automatische herbelegging. Wie Scandinavische aandelen aan de portefeuille wil toevoegen, heeft met beide trackers een eenvoudige ingang.
| Grote spelers in gespecialiseerde industrie |
|
De industriële concerns die de MSCI Nordic bevolken zijn bij particuliere beleggers misschien niet zo bekend, maar het zijn wel sterke nichespelers. De top vier met het grootste gewicht wordt gevormd door deze bedrijven:
|
| VEB-lidmaatschap |
|---|
| Nog geen VEB-account? |
| Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken. |
|
|
| Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap |